Nooit gedacht dat mijn eerste blogpost over proeflapjes zou gaan. Maar eigenlijk is dat ook wel logisch gezien het soort garen wat ik in de winkel heb.
Er zijn heel veel redenen om geen proeflapje te maken en die heb ik mezelf ook heel erg lang voorgehouden: het kost teveel tijd, ik weet hoe ik brei, het zal wel goedkomen, het is zonde van het garen, het is lastig om bij te houden met welke naald het proeflapje gemaakt is, enz... Maar ik ben er achter gekomen dat wol toch niet altijd doet wat we denken dat het gaat doen en dat het toch wel erg handig is om wél een proeflapje te maken.
Er zijn heel veel redenen om wél een proeflapje te maken, en die kennen we denk ik allemaal wel. Maar de belangrijkste reden en daarmee ook waarom ik deze post heb gemaakt, is dat een proeflapje ons heel veel informatie geeft over hoe de wol reageert op breien en wassen.
In de winkel heb ik alleen duurzame, onbehandelde, rustieke garens. Dat betekent dat jij de wol door het breien en wassen vaak de eerste echte behandeling gaat geven. Of en hoe een garen verandert na het wassen kan van een aantal dingen afhangen: bestaat het uit 1 materiaal of is het een samenstelling, hoe is het gesponnen, uit hoeveel draden bestaat de wol, welke naald gebruiken ik, enz.
Onbehandelde rustieke garens voelen vaak ruw aan als ze op de bol zitten en als ze heel los gesponnen zijn, trek je ze heel erg snel uit elkaar. Ik krijg daarom ook vaak de vraag of de wol dan niet te veel prikt en of je er wel goed mee kan breien.
In de foto zie je twee proeflapjes en twee gebreide blaadjes. De proeflapjes zijn gewassen en de blaadjes niet. Het witte proeflapje is gebreid met dLana Autóctona en het licht bruine met dLana Rústica. Het is jammer dat je niet kan voelen door het scherm heen, maar wat je wel kan zien is dat de blaadjes er anders uitzien dan de proeflapjes. De steken van de blaadjes zijn grover en onregelmatiger. Daarnaast zijn ze ook een beetje stijf en ruw. De steken van de proeflapjes zijn veel regelmatiger en lijken ook meer opgevuld. En dit moet je dan maar van mij geloven, de proeflapjes zijn een stuk zachter en soepeler dan de blaadjes. De steekverhouding van de blaadjes en de proeflapjes zijn ook niet hetzelfde en dat kan ontzettend veel effect hebben op hoe je uiteindelijke werk eruit ziet en voelt.
Als afsluiting nog een tip die ik kreeg van mijn vriendin, de Portugese designer Filipa Carneiro. Ik vond het altijd lastig om na het maken van een proeflapje te weten welke naald ik gebruikt had en heb daarom in het verleden ook meer dan eens twee keer hetzelfde proeflapje gemaakt met dezelfde naald. In het witte proeflapje zitten vier gaatjes en daardoor weet ik dat ik het met naald 4 gebeid heb. In het lichtbruine proeflapje zie je ook vier gaatjes en daarnaast ook 2 averechtse steken en daarom zal ik altijd weten dat ik het met naald 4,5 heb gebreid. Dus voor elke hele naald een maak je een omslag gevolgd door 2 steken samen te breien en voor elke 0,25 maak je een steek die opvalt in het patroon.
Het is absoluut niet mijn bedoeling om belerend te zijn, maar aangezien ik duurzame, rustieke, onbehandelde wol verkoop vond ik het wel belangrijk om dit met jullie te delen, aangezien het mijn doel is om jullie zo blij mogelijk te maken met alles wat jullie kopen bij Wol uit het Zuiden.